Menu
Taa Haa
20.121. Zo aten beiden er van, waardoor hun schaamte hun duidelijk werd en zij zich begonnen te bekleden met bladeren uit de tuin. En Adam was ongehoorzaam aan het gebod van zijn Heer, derhalve leed hij.
20.122. Alsdan verkoos zijn Heer hem, vergaf hem en leidde hem.
20."123. Hij (God) zeide: ""Gaat allen tezamen hier vandaan, want gij zult elkander tot vijanden zijn. En indien er leiding van Mij tot u komt dan zal een ieder die Mijn leiding volgt, noch dwalen noch ongelukkig zijn."""
20."124. Doch degene die zich van Mijn gedachtenis zal afwenden, zal in benarde omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding zullen Wij hem blind doen opstaan."""
20."125. Hij zal zeggen: ""Mijn Heer waarom hebt Gij mij blind doen opstaan, terwijl ik kon zien?"""
20."126. God zal zeggen: ""Aldus kwamen Onze tekenen tot u en gij hebt er geen acht op geslagen en insgelijks zal op deze Dag op u geen acht worden geslagen."""
20.127. Op deze wijze vergelden Wij hem die buitensporig is en niet gelooft in de tekenen van zijn Heer, en de straf van het Hiernamaals is zeker gestrenger en langer van duur.
20.128. Is het hun (bewoners van Mekka) dan niet duidelijk hoevele geslachten Wij vóór hen hebben verdelgd, in wier woonplaatsen zij wandelen? Voorwaar, daarin liggen tekenen voor degenen die met rede zijn begaafd.
20.129. En ware het niet om een woord dat reeds van uw Heer was uitgegaan over een vastgestelde termijn, dan zou de straf al gekomen zijn.
20.130. Verdraag (Mohammed) lijdzaam hetgeen zij zeggen en verheerlijk uw Heer met de lof die Hem toekomt voor het opgaan der zon en voor haar ondergang en verheerlijk Hem in de uren van de nacht en op de gedeelten van de dag, opdat gij gelukkig moogt zijn.
20.131. En wend uw ogen niet naar hetgeen Wij hebben toebedeeld van de heerlijkheid dezer wereld aan verschillenden hunner, om hen daardoor te beproeven. De voorziening van uw Heer is beter en van langer duur.
20.132. En spoor uw volk aan tot gebed en wees daarin volhardend. Wij vragen geen levensonderhoud van u, Wij onderhouden u. En het einde is voor de godvruchtigen.
20."133. En zij (de ongelovigen) zeggen: ""Waarom brengt hij ons geen teken van zijn Heer?"" Is er dan geen duidelijk teken tot hen gekomen in hetgeen in de vroegere geschriften staat?"
20."134. En indien Wij hen voor zijn (van de profeet) komst met een straf hadden verdelgd, zouden zij ongetwijfeld hebben gezegd: ""Onze Heer, waarom hebt Gij ons geen boodschapper gezonden, dan hadden wij Uw geboden kunnen volgen eer wij vernederd en onteerd werden?"""
20."135. Zeg: ""Een ieder wacht, wacht gij derhalve ook en weldra zult gij te weten komen wie de mensen van het rechte pad zijn en wie de rechte weg volgen."""
Buscar en el Corán
Acceso suras
Acceso Versos