43.21. Hebben Wij hun ooit te voren een Boek gegeven waar zij zich aan vasthouden?
43."22. Neen, zij zeggen: ""Wij zagen onze vaderen een godsdienst volgen en wij richten ons naar hun voetstappen."""
43."23. En evenzo zonden Wij geen waarschuwer naar een stad vóór u of de rijken hiervan zeiden: ""Wij zagen onze vaderen een godsdienst volgen, en wij treden in hun voetstappen."""
43."24. Zij (de boodschappers) zeiden: ""Hoewel wij u een betere leiding brengen dan hetgeen gij uw vaderen hebt zien volgen?"" Zij zeiden: ""Waarlijk, wij verwerpen datgene waarmede gij gezonden zijt."""
43.25. Daarom straften Wij hen, ziet dan hoe het einde der loochenaars was,
43."26. En (gedenkt) hoe Abraham tot zijn vader en zijn volk zeide: ""Ik heb voorzeker iets uitstaande met hetgeen gij aanbidt,"
43."27. Doch Hij, Die mij schiep zal mij zeker leiden."""
43.28. En Hij maakte dit een blijvende leer voor zijn nakomelingen, opdat zij zich mochten bekeren.
43.29. Waarlijk, Ik liet dezen en hun vaderen in welvaart leven totdat de Waarheid en een welsprekende boodschapper, die alles verduidelijkte, tot hen kwam.
43."30. Maar nu de Waarheid tot hen is gekomen, zeggen zij: ""Dit is tovenarij en wij zullen er niet in geloven."""
43."31. En men zegt: ""Waarom is deze Koran niet aan een groot man uit de twee steden geopenbaard?"""
43.32. Delen deze de barmhartigheid van uw Heer uit? Wij zijn het, Die in het tegenwoordige leven middelen van bestaan onder hen uitdelen en Wij verheffen sommigen hunner boven anderen in graden, opdat sommigen hunner anderen te werk mogen stellen. En de barmhartigheid van uw Heer is beter dan hetgeen zij vergaren.
43.33. Ware er niet (het gevaar) dat alle mensen één groep zouden vormen, Wij zouden voor degenen die de Barmhartige verwerpen, daken voor hun huizen en trappen waarop zij naar boven konden lopen van zilver hebben gemaakt,
43.34. En deuren voor hun huizen, en rustbanken, waarop zij konden rusten,
43.35. En versieringen. Maar dat alles is niets dan een voorziening voor het tegenwoordige leven, doch het Hiernamaals bij uw Heer is voor de godvruchtigen.
43.36. En wie zich van de aanbidding van de Barmhartige afkeert, achter hem zetten Wij een satan, die zijn metgezel wordt.
43.37. En voorwaar, deze leidt hem van de rechte weg af, en toch denkt hij dat hij juist geleid wordt.
43."38. Wanneer zo iemand bij Ons komt, zegt hij tegen zijn metgezel: ""O, ware er tussen u en mij een afstand van het Oosten naar het Westen geweest. Wat is dit een boze metgezel!"""
43.39. Indien gij onrechtvaardig handeldet, zal het u heden niet baten dat gij samen dezelfde straf ondergaat.
43.40. Kunt gij dan de doven doen horen en de blinden en degenen die klaarblijkelijk dwalen, leiden?