Menu
De Dichters
26.121. Hierin is voorwaar een teken, maar de meesten hunner willen niet geloven.
26.122. Waarlijk uw Heer is de Machtige, de Genadevolle.
26.123. De Aad verloochenden de boodschappers,
26."124. Toen hun broeder Hoed tot hen zeide: ""Zult gij niet godvruchtig worden?"""
26.125. Waarlijk, ik ben tot u een getrouwe boodschapper.
26.126. Daarom vreest Allah en gehoorzaamt mij.
26."127. En ik vraag u er geen beloning voor, mijn loon is slechts bij de Heer der Werelden."""
26.128. Bouwt gij monumenten op elke hoge plaats om u te vermaken?
26.129. En bouwt gij kastelen, alsof gij voor eeuwig zult leven?
26.130. En als gij iemand aangrijpt, grijpt gij hem aan als geweldenaars.
26.131. Vreest Allah en gehoorzaamt mij.
26.132. Ja, vreest Hem, Die alles wat gij weet aan u geschonken heeft.
26.133. Hij heeft u overvloedig vee en kinderen geschonken,
26.134. En tuinen en bronnen.
26."135. Ik vrees voor u inderdaad de straf van een grote Dag."""
26."136. Zij antwoordden: ""Het is ons hetzelfde of gij predikt of niet."
26.137. Dit is niets dan een verzinsel der ouden.
26."138. En wij zullen niet worden gestraft."""
26.139. Daarom verloochenden zij hem en Wij vernietigden hen. Daarin is waarlijk een teken, maar de meesten hunner willen niet geloven.
26.140. En voorwaar uw Heer is de Machtige, de Genadevolle.
Buscar en el Corán
Acceso suras
Acceso Versos