11.1. Alif Laam Raa. Dit is een Boek, waarvan de verzen onherroepelijk zijn gemaakt en bovendien zijn zij in bijzonderheden uitgelegd, door de Alwijze, de Alwetende.
11.2. (Daarom) aanbidt slechts Allah. Voorzeker, ik (Mohammed) ben voor u een waarschuwer en drager van blijde tijdingen van Hem.
11.3. En vraagt vergiffenis aan uw Heer en wendt u tot Hem, Hij zal u voor een vastgestelde periode van het goede voorzien. En Hij schenkt Zijn genade aan ieder die zich hiervoor verdienstelijk maakt. En als gij u afwendt dan vrees ik, voorzeker, voor u de straf van de grote Dag.
11.4. Uw terugkeer is tot Allah en Hij heeft macht over alle dingen.
11.5. Let op, zij verbergen hun vijandschap voor Hem in hun innerlijk. Ja, wanneer zij zich met hun kleding bedekken, weet Hij wat zij verbergen en wat zij tonen. Voorzeker, Hij weet goed wat in het innerlijk is.
11.6. En er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust bij Allah, Hij kent zijn tehuis en zijn verblijfplaats. Alles staat in een duidelijk Boek.
11."7. En Hij is het, Die de hemelen en de aarde in zes dagen schiep en Zijn troon rustte op water, opdat Hij u moge beproeven wiens gedrag het beste is. En indien gij (Profeet) zegt: ""Voorzeker, gij zult na de dood worden opgewekt,"" zullen de ongelovigen zeggen: ""Dit is niets dan een zuiver bedrog."""
11."8. En als Wij hun straf tot een bepaalde tijd uitstellen, zeggen zij: ""Wie weerhoudt haar?"" Ziet toe! de dag waarop zij over hen komt zal niemand haar kunnen afwenden, en hetgeen zij plachten te bespotten zal op hen nederkomen."
11.9. Wanneer Wij de mens Onze barmhartigheid doen smaken en deze daarna van hem wegnemen, wordt hij voorwaar wanhopig en ondankbaar.
11."10. En als Wij, nadat tegenspoed hem heeft geraakt, voorspoed doen smaken, zal hij voorzeker zeggen: ""De rampspoed is van mij geweken."" Ziet! hij wordt jubelend en aanmatigend."
11.11. Maar degenen die geduldig zijn en goede werken verrichten, zullen vergiffenis en een grote beloning ontvangen.
11."12. (Zij verbeelden zich dat) gij misschien een gedeelte van hetgeen is geopenbaard, zult opgeven, uw hart wordt er door benauwd, omdat zij zeggen: ""Waarom is er tot hem geen schat nedergezonden of waarom is er geen engel met hem gekomen?"" Voorwaar, gij zijt slechts een waarschuwer en Allah is Voogd over alle dingen."
11."13. Zeggen zij: ""Hij heeft dit (de Koran) verzonnen?"" Antwoord: ""Breng dan tien dergelijke verzonnen hoofdstukken voort en roept buiten Allah wie gij kunt, als gij waarachtig zijt."""
11.14. En indien zij uw (uitdaging) niet aannemen, weet dan, dat het met Allah's kennis is geopenbaard en dat er geen God is behalve Hij. Zult gij u dan onderwerpen?
11.15. Wie het tegenwoordige leven en de schoonheden er van wenst, Wij zullen hen volgens hun werken in dit leven ten volle belonen en zij zullen daarin niet tekort worden gedaan.
11.16. Dezen zijn degenen, die in het Hiernamaals niets dan het Vuur zullen ontvangen en hetgeen zij in dit leven verrichtten zal teniet gaan en hetgeen zij doen is vergeefs.
11.17. Is hij dan (aan hen gelijk), die een duidelijk bewijs van zijn Heer bezit en wie een groot getuige van Hem volgt, en die voorafgegaan is door het Boek van Mozes, als richtsnoer en tot barmhartigheid? Dezen geloven in hem. En wie van de volkeren hem verwerpt, het Vuur zal zijn bestemming zijn. Koester dus geen twijfel daaromtrent. Voorzeker dit is de waarheid van uw Heer, maar de meeste mensen willen niet geloven.
11."18. En wie is onrechtvaardiger dan hij, die een leugen tegen Allah smeedt? Zulken zullen voor hun Heer worden gebracht en de getuigen zullen zeggen: ""Dezen zijn degenen die tegen hun Heer logen."" Ziet toe! de vloek van Allah rust op de onrechtvaardigen,"
11.19. Die van het pad van Allah afleiden, het krom wensend. En zij geloven niet in het Hiernamaals.
11.20. Dezen kunnen in de wereld de straf niet ontvluchten, noch hebben zij enige vrienden naast Allah. De straf zal voor hen worden verdubbeld. Zij deden geen moeite om te horen, of te zien.