28.61. Staat hij aan wie Wij een goede belofte hebben gedaan, die hij (vervuld) zal zien, gelijk met degenen, die Wij van de goederen dezer wereld hebben gegeven en zal hij dan op de Dag der Opstanding naar de hel worden gebracht?
28."62. En op die Dag zal God hen roepen en zeggen: ""Waar zijn Mijn deelgenoten die gij u beweerdet te zijn?"""
28."63. Zij, tegen wie het Woord van kracht zal worden, zullen zeggen: ""Onze Heer, dit zijn degenen die wij deden dwalen. Wij deden hen dwalen zoals wij dwaalden. Wij betuigen onze onschuld aan U. Wij waren het niet die zij aanbaden."""
28."64. En er zal worden gezegd: ""Roept uw afgoden aan."" En zij zullen hen aanroepen maar deze zullen hen niet horen. Terwijl zij de straf zullen zien. Hadden zij slechts de leiding gevolgd!"
28."65. En op die Dag zal Hij tot hen roepen en zeggen: ""Welk antwoord gaaft gij (aan Onze) boodschappers?"""
28.66. Dan zullen alle uitvluchten op die Dag voor hen duister worden en zij zullen elkander niet kunnen vragen.
28.67. Maar hij, die berouw heeft, gelooft en goed doet, zal waarschijnlijk tot de geslaagden behoren.
28.68. Uw Heer schept en kiest wat Hij wil, zij (de afgoden) hebben geen keuze. Glorie zij Allah en verheven is Hij boven alles wat zij met Hem vereenzelvigen.
28.69. En uw Heer weet wat hun harten verbergen en wat zij openbaren.
28.70. En Hij is Allah, er is geen God naast Hem. Aan Hem behoort alle roem in deze wereld en in het Hiernamaals. Van Hem is het gebod en tot Hem zult gij worden teruggebracht.
28."71. Zeg: ""Vertelt mij, als Allah de nacht over u doet voortduren tot de Dag der Opstanding, welke God is er naast Allah die u een licht kan brengen? Wilt gij dan niet luisteren?"""
28."72. Zeg: ""Vertelt mij, als Allah de dag voor u doet voortduren tot de Dag der Opstanding welke God is er dan naast Allah die u een nacht kan brengen waarin gij kunt rusten? Wilt gij dat niet inzien?"""
28.73. Het is door Zijn barmhartigheid dat Hij nacht en dag voor u heeft ingesteld opdat gij er in moogt rusten en naar Zijn overvloed moogt uitzien, en opdat gij dankbaar moogt zijn.
28."74. Gedenkt de dag waarop Hij hen zal oproepen en zeggen: ""Waar zijn Mijn mededingers, die gij u placht te verbeelden?"""
28."75. En Wij zullen uit elk volk een getuige nemen en Wij zullen zeggen: ""Brengt uw bewijs."" Dan zullen zij weten dat de Waarheid aan Allah behoort. En hetgeen zij plachten te verzinnen zal mislukken."
28."76. Korach behoorde voorwaar tot het volk van Mozes, maar hij gedroeg zich aanmatigend tegenover hen. En Wij hadden hem zoveel schatten gegeven dat zijn sleutels zeker een last waren geweest voor een groep sterke mannen. Toen zijn volk tot hem zeide: ""Poch niet, want Allah houdt niet van degenen die pochen."
28."77. Maar zoek door hetgeen Allah u heeft gegeven het tehuis van het Hiernamaals, en vergeet uw deel aan de wereld niet, en doe goed (aan anderen) zoals Allah u goed gedaan heeft, en schep geen wanorde op aarde, want Allah heeft hen, die onheil stichten, niet lief."""
28."78. Hij antuoordde: ""Mij werd het alleen door mijn kennis gegeven."" Wist hij niet dat Allah vóór hem vele geslachten had vernietigd die machtiger waren dan hij en groter in aantal? En de schuldigen worden niet gevraagd omtrent hun zonden."
28."79. Hij bleef verschijnen voor zijn volk met pracht en praal. Zij, die het leven dezer wereld wensten, zeiden: ""O, ware ons hetzelfde gegeven als Korach. Waarlijk, hij is bezitter van een groot fortuin."""
28."80. Maar zij, aan wie kennis was gegeven, zeiden: ""Wee u, de beloning van Allah is beter voor degenen die geloven en goede werken doen, en het zal niemand worden geschonken behalve hun die geduldig zijn."""