30.41. Verderf is gekomen over land en zee door hetgeen de handen der mensen hebden gewrocht, zodat Hij hen een gedeelte van hun daden zou doen smaken, opdat zij zich bekeren.
30."42. Zeg: ""Reist op aarde en ziet hoe het einde was van degenen die voordien waren. De meesten hunner waren afgodendienaren."""
30.43. Richt uw aaneezicht tot de juiste godsdienst, voordat de Dag komt, die door niemand afgewend kan worden buiten Allah. Op die Dag zal het mensdom worden gescheiden.
30.44. Hij die verwerpt, zijn ongeloof zal tegen hem zijn, en zij die goede daden verrichten, bereiden dit voor hun eigen ziel.
30.45. Opdat Hij hen, die geloven en goede werken doen, moge belonen uit Zijn overvloed. Voorzeker, Hij heeft de ongelovigen niet lief.
30.46. En één onder Zijn tekenen is dat Hij de winden met blijde vooruitzichten zendt, opdat Hij u Zijn genade moge doen smaken, en opdat de schepen op Zijn gebod mogen varen, opdat gij moogt zoeken naar Zijn overvloed en opdat gij dankbaar zult zijn.
30.47. Waarlijk, Wij zonden boodschappers vóór u naar hun volkeren. Zij brachten hun duidelijke bewijzen. Dan straften Wij degenen die zondigden. En het was Onze plicht de gelovigen te helpen.
30.48. Hij is Allah, Die de winden zendt welke de wolken doen oprijzen. Dan verspreidt Hij ze in de lucht zoals Hij wil, dan hoopt Hij ze laag boven laag op en gij ziet regen uit hun midden stromen. En wanneer Hij deze doet vallen op wie van Zijn dienaren Hij wil, ziet! verheugen zij zich.
30.49. Ofschoon zij voordien, voordat hij (de regen) over hen was nedergezonden, vertwijfelden.
30.50. Beschouw daarom de kentekenen van Allah's barmhartigheid: hoe Hij de aarde doet herleven na haar dood. Voorwaar, Dezelfde zal de doden opwekken, Hij heeft macht over alle dingen.
30.51. En indien Wij een (droge) wind hadden gezonden en zij de aarde zagen geel worden, zouden zij daarna zeker ondankbaarheid hebben betoond.
30.52. En gij kunt de doden niet doen horen, noch kunt gij de doven de roep doen horen wanneer zij u hun rug toekeren,
30.53. Noch kunt gij de blinden uit hun dwaling leiden. Gij kunt slechts diegene doen horen die in Onze tekenen zouden willen geloven, zodat zij zich onderwerpen.
30.54. Het is Allah, Die u in een staat van zwakheid schept, dan na de zwakte kracht geeft en na de kracht (weer) zwakte en ouderdom. Hij schept wat Hij wil. Hij is de Alwetende, de Almachtige.
30.55. De Dag waarop het Uur zal komen zullen de schuldigen zweren, dat zij slechts een uur hebben geleefd - zo werden zij bedrogen.
30."56. Maar zij wie wijsheid en geloof was gegeven, zullen zeggen: ""Volgens het Boek van Allah zijt gij inderdaad tot de Dag der Opstanding gebleven. En dit is de Dag der Opstanding, maar gij wist het niet."""
30.57. Daarom zullen de uitvluchten op die Dag de onrechtvaardigen niet baten, noch zal hun verontschuldiging worden aangenomen.
30."58. Waarlijk, Wij hebben in deze Koran allerlei gelijkenissen voor de mensen gegeven, voorzeker, als gij hun een teken brengt, zullen de ongelovigen zeggen: ""Gij zijt slechts leugenaars."""
30.59. Zo verzegelt Allah het hart van hen, die niet willen weten.
30.60. Wees geduldig voorzeker, de Belofte van Allah is waar, en laat hen die geen zekerheid hebben u niet doen wankelen.